De PvdA verzette zich in 2003, vanuit de oppositie, tegen militair ingrijpen
in Irak. De commissie-Davids stelde dinsdag dat destijds voor de Amerikanen
en de Britten het volkenrechtelijk mandaat ontbrak voor de inval.

Nederland verleende uiteindelijk wel politieke steun, geen militaire. Ook
concludeerde Davids dat de Tweede Kamer niet volledig is geïnformeerd over
het verzoek van de Verenigde Staten om deel te nemen aan militaire
voorbereidingen.

Balkenende kritisch
Balkenende plaatste meteen een aantal kanttekeningen bij het rapport van
Davids. Hij weersprak dat het parlement niet goed zou zijn geïnformeerd. Het
mandaat voor de inval stond volgens hem daarnaast altijd al ter discussie,
maar hij benadrukte dat het toenmalige kabinet de afweging "zuiver en
integer” had gemaakt. Bovendien ging het niet alleen om het volkenrecht,
maar ook om de internationaal politieke situatie.

PvdA boos
PvdA-fractievoorzitter Mariëtte Hamer toonde zich, net als de oppositie,
onaangenaam verrast door de reactie van Balkenende. Volgens haar bracht de
premier te zeer zijn persoonlijke opvatting naar voren en de visie van het
kabinet van ongeveer zeven jaar geleden. Ze eist op zeer korte termijn een
nieuwe reactie.

GroenLinks en D66 stelden verbijsterd vast dat Balkenende enkel bezig is zijn
eigen stoep schoon te vegen. VVD-leider Mark Rutte sprak van een bizarre
situatie en een chaotisch beeld.

In interviews na zijn persconferentie probeerde Balkenende het beeld te
corrigeren. Hij erkende dat de PvdA anders in het dossier-Irak "zat en zit''
dan het kabinet-Balkenende in 2003. Over de reactie van de coalitiegenoot
sprak Balkenende ook met PvdA-leider Wouter Bos. "En hij heeft gelijk dat er
een scherp onderscheid is tussen het kabinet toen en nu'', aldus Balkenende.

PvdA eist nieuwe verklaring premier
De PvdA-fractie hield na beraad vast aan de eis dat Balkenende met een nieuwe
verklaring moet komen. Vicepremier en ChristenUnie-leider André Rouvoet
steunt de premier in zijn reactie en gaf aan dat de officiële verklaring is
afgestemd met de beide vicepremiers, dus ook met Bos.

De 49 conclusies van de commissie-Davids over de besluitvorming zijn bijzonder
kritisch. Zo kwam het beleid uit de mouw van één minister, Jaap de Hoop
Scheffer, op Buitenlandse Zaken. Hij had begin augustus 2002 met wat
ambtenaren een brainstormsessie gehouden en lichtte zonder overleg met
andere bewindspersonen de Kamer in over de koers. Die lijn leidde
uiteindelijk tot het kabinetsstandpunt om de inval in Irak politiek te
steunen.

De premier bemoeide zich er aanvankelijk amper mee. Hij deed dat pas na
januari 2003, toen De Hoop Scheffer was aangetreden als
NAVO-secretaris-generaal. Zijn benoeming staat volgens Davids overigens los
van het Nederlandse besluit de inval te steunen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl